17 Mai 2022
Mark Wentein stopt als koetsier Brugge
Na een loopbaan van 47 jaar gaat Mark Wentein met pensioen. 17 mei pikte hij voor zijn laatste rit als koetsier in Brugge burgemeester Dirk De fauw en schepen van Toerisme Mieke Hoste op van de Markt, om ze naar het Stadhuis te vervoeren. Voor de deur van het Stadhuis stapte Mark Wentein daarna symbolisch af als koetsier.Loopbaan
Mark Wentein begon in 1974 als 18-jarige student als koetsier voor Firmin Stael, de toenmalige folkloreman die de koetsen van Brugge omschakelde van taxi naar toerisme. Wentein heeft voor meerdere uitbaters gewerkt en daar dit beroep geleerd.
In 1986 kreeg hij zijn eerste vergunning toegewezen van Stad Brugge. Bijna vier decennia later baat hij samen met zijn zoon Mathias vier koetsvergunningen uit.
Naast koetsier in Brugge is Mark ook actief in het mennen op het hoogste internationale niveau. Hij is de langst rijdende competitiemenner (bijna 50 jaar) voor de Koninklijke Belgische Ruitersportfederatie (KBRSF). In 1981 werd hij voor het eerst Belgisch kampioen mennen bij de enkelspan pony’s. Hij nam deel aan deel aan zes WK’s enkelspan paard, waarvoor hij in 2021 de ‘Golden Badge of Honnor’ ontving van de FEI.
Welzijn
“Het is een moment om even bij stil te staan: de dag van mijn pensioen. De tijd is ontzettend snel gegaan, maar Brugge is nog altijd die magnetische toeristische troef dat ons erfgoed promoot. De extra tijd die vrij gaat komen ga ik besteden aan de Brugse paarden, de koetsen en het toerisme. Wanneer je van je hobby je beroep kan maken, dan mag je dankbaar zijn voor wat je krijgt.“
„Nu, in de 21ste eeuw, hebben de koetspaarden in de Brugse binnenstad nog altijd hun plaats. Toen ik ooit begon werkte één paard 12 uur per dag en zes dagen achter elkaar. Nu werken ze één dag van acht uur en daarna hebben ze verplicht twee dagen rust. En ook zij krijgen op tijd hun pensioen. Eén ding staat vast: de Brugse koetspaarden zijn wat betreft dierenwelzijn en verzorging een voorbeeld geworden. Mocht er reïncarnatie bestaan, dan kwam ik graag terug als paard, in Brugge en in mijn stal…. Misschien lukt dat ook nog?”